Soms is het maken van afspraken met patiënten een moeizaam proces. Het nakomen van afspraken is dan soms ook een uitdaging. De feitelijke invulling van deze afspraken zijn vaak heel bijzonder. Het overtuigen van deze patiënten vraagt heel veel creativiteit. Soms worden deze patiënten beschreven als ‘vreemde eend’, omdat er een zeer patiëntgebonden benadering wordt gevraagd voor het maken en invullen van afspraken, welke vaak niet overeenkomen met het gebruikelijke traject. Ik vind deze populatie patiënten juist geweldig, dit is hét recept voor mooie, en meestal hele bijzondere gesprekken.
Vandaag heb ik zo’n bijzonder gesprek! Ik heb een nazorggesprek na een diagnose ‘beginnende dementie’. Tijdens het maken van die afspraak gaf mevrouw aan: ‘Ik heb geen nazorggesprek nodig, het gaat namelijk goed met mij. En ik kom er zeker niet speciaal voor naar het ziekenhuis.’ ‘Mag de geriatrieverpleegkundige u dan misschien bellen?’ Gelukkig bleek dit wel een goede optie. Ik heb vooraf al rekening gehouden met voldoende tijdsruimte, zodat tijdsdruk mijn gesprek niet zou beïnvloeden.
De telefoon gaat over…
Een vriendelijke welbespraakte stem, absoluut passend bij de foto uit het patiëntendossier, klinkt door de telefoon. Al snel neemt mevrouw de regie in het telefoongesprek. ‘Je kent mij niet, dus ik zal even vertellen wie ik ben!’ Belangstellend luister ik naar haar verhaal. Zij is beeldend kunstenares en werkt het liefst met naakte modellen; die zijn puur en kunnen niets verbergen. Het werken met deze modellen stimuleert haar om vanuit haar gevoel kunstwerken te maken. Het prikkelt haar creativiteit wat altijd smaakt naar meer. Zelfs met haar inmiddels 83 jaar is zij nog steeds actief.
Mevrouw vertelt dat zij het beste gedijt in haar eigen kringen. M.a.w.: kunstenaars onder elkaar begrijpen elkaar het beste. Daarnaast voelt zij zich thuis begrepen, veilig en vrij. Dat is fijn, want wie wil dit niet? Het is aan ‘gewone’ mensen niet uit te leggen dat het denkproces van een kunstenaar dusdanig creatief is, dat dit ook merkbaar is in hun visie op de maatschappij, de wereld, maar ook op eigen functioneren en zorgvraag.
Op mijn vraag ‘Hoe gaat het nu met u na zo’n vervelende diagnose?’ komt er een zeer uitgebreid antwoord. Het verhaal gaat enigszins van hak op de tak, maar in de kern geeft ze aan dat een diagnose dementie haar, voor haar gevoel, tot een monster heeft gemaakt. Een bijzondere woordkeuze, maar het maakt haarfijn duidelijk hoe zij zich voelt. Ik heb haar hulp aangeboden, maar deze hulp accepteert ze alleen als die personen bij haar thuis komen, of het via de telefoon kunnen bieden en… ze dus haar eigen regie zal behouden!
Kunstzinnige activiteiten geven haar een zinvolle dagbesteding. Deze activiteiten samen met gelijkgestemden geven waardevolle sociale contacten en prachtige gesprekken. Dit geeft haar absoluut kwaliteit van leven. Nu is het de kunst aan zorgmedewerkers om haar heen, om met elkaar te verkennen hoe men dit soort bijzondere mensen van een goede en passende zorg kunnen voorzien.
Volgens afspraak bel ik na ons gesprek ook nog even met haar broer, de eerste contactpersoon uit het dossier. Na een update van mijn kant zegt hij: ‘Ondanks dat mijn zus er een zeer bijzondere manier van leven op nahoudt, wat zo nu en dan een echte uitdaging oplevert, is zij echt een prachtig mens waar ik nog iedere dag heel veel van leer. De verpleging noemde haar een paradijsvogel. Ik denk dat dat de enige goede beschrijving is. Mijn zus is een bijzondere paradijsvogel!’
Foto: nummerschilderen.com
Ondanks opmerkingen als ‘Inspirerende avond vol inzichten’ en ‘Gezonde dosis filosofische prikkels’, wist ik niet precies wat ik kon verwachten. Maar ik ben nieuwsgierig en sta open voor alles, dus kom maar op!
Vaak denk ik diep na als ik mijn boeken schrijf. Hoe verwoord ik mijn gedachten? Hoe zet ik mijn gevoel op papier? En hoe doe ik dit zo dat anderen het begrijpen en er iets aan hebben? Zelfs als het alleen maar waardering is voor de schoonheid die ik zie.
Het is niet zo zwart-wit als ik het nu schets en geen van beide is fout.
Maar na de uitleg van gisterenavond denk ik dat de zorg in het ziekenhuis vooral gebaseerd is op feitelijke aspecten. Een diagnose stellen op basis van onderzoeksresultaten. We richten ons op de ziekte en hebben daarvoor EBP-behandelingen en richtlijnen gemaakt, die weer vastliggen in protocollen. Er is weinig ruimte (ook in tijd) om aandacht te besteden aan het betekenis aspect van de ziekte. Ik begrijp dit wel, want in het ziekenhuis hebben we een doel: patiënten behandelen, het liefst genezen en de opname zo kort mogelijk laten duren. Om dit te realiseren heb je structuren en strakke plannen nodig.
In de VVT-sector (Verzorging, Verpleging en Thuiszorg) ben ik meer gewend te kijken naar de kwaliteit van leven van de bewoners. Eigenlijk lijkt de wereld hier omgedraaid. Daar wordt continu betekenis gegeven aan de feitelijke aspecten. Bewoners geven een waardeoordeel aan de betekenis van de feiten. Een feit is dat de diagnose door de dokter is gesteld. Vervolgens kijken we naar wat belangrijk en minder belangrijk is. Dan kom je automatisch in de Advance Care Planning (ACP) gesprekken op verpleegkundig niveau. Wat wil een bewoner nog wel en wat niet meer?
Is dit dan de diepere achtergrond achter het verschil tussen Care (VVT) en Cure (ZH) waar ik eerder een artikel over heb geschreven?
De conclusie blijft hetzelfde: Hoe mooi zou het zijn als we in onze verpleegkundige zorg in het ziekenhuis iets meer ‘Care’ kunnen toevoegen, en in de VVT iets meer ‘Cure’?
Deze bijeenkomst heeft mijn denken weer aangezet!
Het is een feit dat ik steeds meer gesigneerde boeken in mijn boekenkast heb staan, en een gesigneerde versie van Dr. van Tongeren mocht natuurlijk niet ontbreken. Al deze boeken hebben voor mij een bijzondere betekenis, vaak verbonden aan mooie, leerzame bijeenkomsten of lezingen zoals deze.