Ik heb een waardevolle dag beleefd op hét Dementiecongres. Tijdens dit congres was ik aanwezig om ons vakblad DementieVisie meer onder de aandacht te brengen bij de bezoekers.
Met behulp van een mentimeter ontdekte ik hoe divers het publiek is. Bijna iedereen heeft een andere werkgever, bekleedt een andere functie of kijkt op een unieke manier naar de uitdagingen in de zorg. Het was prachtig om zoveel betrokken mensen te ontmoeten die zich inzetten voor goede zorg voor mensen met dementie. Er was ontzettend veel waardevolle informatie, maar ik deel graag enkele van mijn persoonlijke hoogtepunten
De dag begon met Yvon Kanters, die als opening een prachtig lied zong: ‘Het zijn de kleine dingen die het doen.’ Dit lied vatte perfect de kern van goede zorg voor mensen met dementie samen.
Karin Willemse, auteur van het boek ‘Ontwarren’ en ervaringsdeskundige op het gebied van geheugenverlies, deelde haar inzichten. Zij benadrukte hoe belangrijk het is om het verhaal van mensen met dementie zelf te delen. Hoewel ze zich veel details uit haar eigen periode van geheugenverlies niet meer herinnert, staan haar intense gevoelens haar nog helder bij. Zo sprak ze over de angst om te verdwalen en de overweldigende emoties die gezang kunnen oproepen. Wanneer het brein niet meer met woorden werkt, worden gevoelens des te sterker. Bezoek van iemand die zij niet meteen herkende, zorgde vooral voor emotionele reacties zoals ongemak bij de ander. Ze legde uit hoe spiegelneuronen hierbij een rol spelen: wat je aan emoties toont, krijg je vaak terug. De uitspraak ‘moeder verdween in de mist’ gaat over het verdwijnen van cognitieve functies, maar het gevoelsleven blijft juist helder en intenser. Mensen met dementie beleven emoties op een heel diepe manier en kunnen ons zelfs nieuwe inzichten bieden. Durf te leren van mensen met dementie!
Francien van der Ven is een voorstander van het open deuren beleid. Ze gelooft in het belang van eigen regie: als je vrij bent om te gaan, kies je vaak juist om te blijven. Soms kan ons gevoel van verantwoordelijkheid die eigen regie beperken. Denk bijvoorbeeld aan uitspraken als: ‘Blijf maar zitten, dan weet ik zeker dat je niet valt.’ Dit komt natuurlijk voort uit goede bedoelingen, maar het is iets om verder over na te denken. Taal speelt een belangrijke rol! Bij ons werken aandachtsvelders—een term die misschien niet in het woordenboek staat, maar die we wel vaak gebruiken. Het toont hoe belangrijk taal is. Denk bijvoorbeeld aan het verschil tussen een welkomsgesprek en een opnamegesprek. Een welkomsgesprek klinkt meteen veel vriendelijker en toegankelijker. Ook de manier waarop je vragen stelt maakt een groot verschil. Het is een kunst om mensen te verleiden tot actie en initiatief. Hoe denk je over situaties waarin bewoners elkaar helpen, bijvoorbeeld bij het drinken van koffie? Francien daagt ons uit om na te denken over de kern van onze zorg: Is je doel om je bewoners in leven te houden, of om ze écht te laten leven?
Patty van Belle en Rini Blankers vertelde over de Methode Demenzien. De methode Demenzien is ontwikkeld als een vervolg op ‘Hooi op je vork’. Deze methode richt zich op betekenisvol contact, afgestemde activiteiten en zorgmomenten. Het bestaat uit een driegesprek tussen de persoon met dementie, hun naaste en de zorgverleners. Het doel is om de persoon echt te leren kennen en de vraag achter de vraag te ontdekken. Dit is een systematische manier om gedrag beter te begrijpen. Hoe willen we omgaan met onbegrepen gedrag? Het begint allemaal met écht zien wie de persoon met dementie is. Het zou heel waardevol zijn als de levensgeschiedenis van iemand ergens vastgelegd wordt. Eigenlijk zoeken we naar de gebruiksaanwijzing van een persoon. Ook hier geldt: het zijn de kleine dingen die het doen. Een voorbeeld uit de praktijk: een vrouw in een verpleeghuis had ’s nachts onrust en liep met haar dekbed door de gang. Ze werd vaak terug naar bed gebracht, zonder succes. Uiteindelijk bleek dat een simpele aanpassing haar hielp: een laken tussen haar en haar dekbed. Ze was gewend te slapen onder een laken en deken in plaats van een dekbed. Door haar gewoontes te respecteren, was het probleem eenvoudig op te lossen. De belangrijkste boodschap van deze methode is: blijf nieuwsgierig naar de bewoner of patiënt. Maar ook naar elkaar, ongeacht iemands rol of positie. Dat zorgt voor voldoening en plezier voor iedereen.
Invloed van Geluid op het Gedrag van Mensen met Dementie, door Yvonne Lesman en Hennie Jorritsma-Bolhuis, namens de implementatiegroep Veilige Geluidsomgeving van het UNO-UMCG. Tijdens de dagelijkse gang van zaken in de zorg speelt geluid een grote rol. Maar wat doen we onze mensen met dementie eigenlijk aan? Zelfs iemand met een gezond brein kan moeite hebben met al die geluiden. Laat staan iemand met een kwetsbaar of beschadigd brein… Uit recent onderzoek blijkt ook dat veel mensen slecht slapen in ziekenhuizen. Geluiden zoals piepende pompen en personeel dat op hakken of klompen loopt, zorgen voor verstoring. Voor mensen met dementie is dit nog moeilijker: geluid komt bij hen ongefilterd binnen. Daarbij komt vaak gehoorverlies voor, waardoor het nóg lastiger wordt om geluiden te plaatsen of te begrijpen. Als prikkels te heftig worden, kunnen wij onze ogen sluiten, maar niet onze oren. Hoe iemand geluid ervaart—chaotisch, rustgevend, saai of juist levendig—is heel persoonlijk. Tijdens het onderzoek werd de speciaal ontworpen app MoSART+ ingezet. Deze app helpt om doelbewust omgevingsgeluiden te creëren en richt zich vooral op het zorgteam. Het doel? Bewustzijn creëren over hoe geluid gedrag beïnvloedt. Het kan helpen om als team te praten over het effect van geluid, maar je kunt het ook zelf ervaren. Ga eens in een ruimte zitten, sluit je ogen en luister goed. Wat hoor je allemaal? Geluiden waar je normaal niet bij stilstaat, kunnen ineens opvallen.
Yvon Kanters zong het prachtige lied ‘Mag ik dan bij jou!’. Dit lied werd gekozen als het mooiste nummer van de herinneringen top 50 van 2025.
Vervolgens las Hugo Borst voor uit zijn boek ‘Ach moedertje’. Hij koos een hoofdstuk over een kleurrijke bewoner van een verpleeghuis. Een geweldig en meeslepend verhaal! Toch is het teleurstellend om te horen dat we eigenlijk weer terug zijn bij de situatie van vóór het manifest van Hugo en Karin van Gameren. Dit manifest gaf vier jaar hoop en ruimte voor verbetering. Maar nu? Moeten zij nu een manifest 2.0maken of is het aan ons, zorgproffesionals, om zelf in actie te komen?
De dag werd afgesloten door hersenwetenschapper Erik Scherder, met ondersteuning van Yvon Kanters. Met zijn bekende humor begon Erik met de woorden: “Dit is uw brein, hier zit uw neus, mooi hè! Ben ik de enige die hier enthousiast over is? Zeg even ja of nee! Helder!” Zijn presentatie was weer heerlijk verfrissend. Hij legde uit dat schade aan het brein, in dit geval aan de frontale en pariëtale schors, problemen kan veroorzaken bij het filteren van prikkels. Door de schors op de juiste manier te stimuleren, kunnen deze filters weer verbeteren of zelfs herstellen. Hij vertelde ook over de reis die klanken van muziek afleggen: via het oor gaan ze eerst naar de hersenstam, dan naar de schors, en uiteindelijk pas naar het filter. Volgens Erik begint gezond ouder worden al bij actief zijn in je jeugd. Preventie is dus een belangrijke boodschap om mee te nemen!
Met dank aan alle sprekers!